Huidige stadsbeiaardiers van Zaltbommel
Ru Stolk
Bij ons thuis werd, zo lang ik mij kan herinneren, vaak en veel muziek gemaakt. Mijn ouders speelden viool en oma speelde piano. Al vroeg kreeg ik pianoles en had daar veel plezier in. Toen ik 12 jaar was wilde ik orgel spelen. Toeval of niet, maar er kwam iemand op mijn pad die organist was in de Vrij-Katholieke Kerk in Rotterdam. Zij nam mij mee naar het orgel en daar was ik gelijk niet meer weg te krijgen.
Na een klein half jaar stopte de dame met orgelspelen en zat men in deze kerk met de handen in het haar, want er was niemand in die kleine gemeente die kon of wilde opvolgen. En hoewel men vond dat ik eigenlijk te jong was (net 13 jaar) vroeg men toch of ik de volgende organist wilde worden.
lees verder
Toen werd ik gevraagd of ik organist in de Anglicaanse Kerk te Rotterdam wilde worden. Daar kreeg ik een orgel wat typisch Engels klonk. Het was geen groot instrument maar de klank was als van een Engels kathedraalorgel in een notendop.
Inmiddels studeerde ik ijverig orgel aan het Rotterdams Conservatorium waar ik uiteindelijk het solistendiploma cum laude behaalde.
Ondertussen mocht ook lessen volgen aan de Royal School of Church Music te Croydon. Een geweldige ervaring. De lessen waren fantastisch en het wonen daar onvergetelijk, namelijk in een groot barok paleis, een zomerresidentie van de aartsbisschoppen van Canterbury, mooi gelegen in een groot park.
Na diverse betrekkingen bij grote parochiekerken in Rotterdam en diverse docentschappen aan muziekscholen verhuisden wij als jong gezin in 1970 naar Zaltbommel. Ik kreeg daar een benoeming als docent en adjunct-directeur van de plaatselijke muziekschool.
Het was een drukke tijd, want ik studeerde na mijn orgelstudie begonnen met hoofdvak blokfluit aan het Haagse Conservatorium én tegelijkertijd clavecimbel bij Ton Koopman, toen nog nauwelijks bekend, maar nu wereldberoemd.
Door zijn lessen draaide het muziek maken een hele slag in de rondte. Andere vingerzettingen, bestuderen van oude handschriften en stijlen, om zo maar een paar bijzondere zaken te noemen.
In 1973 werd mij gevraagd of ik de beiaard in Zaltbommel wilde gaan bespelen. Ik ging lessen nemen aan de Amersfoortse Beiaardschool bij het pedagogische genie Peter Bakker. Hij verbaasde zich dat alles zo soepel en gemakkelijk door mij werd opgepakt. Voor mij was het echter heel logisch, want ik deed al enige jaren als hobby aan Tai-Chi. Deze Chinese bewegingsleer zou eigenlijk op ieder conservatorium een belangrijk vak moeten zijn. Het zou de muziekstudie voor menigeen zeer ten goede komen.
Na mijn beiaardexamens kreeg ik dan ook meteen een aanstelling als docent aan de Beiaardschool.
Nog steeds bespeel ik het Carillon in Zaltbommel met heel veel plezier en hoop dat ik in 2023 mijn 50-jarig jubileum als Beiaardier in Zaltbommel mag vieren!
Wout van der Linden
Wout van der Linden studeerde hoofdvak Orgel aan het Utrechts Conservatorium bij Theo Teunissen en Reitze Smits en daarna analyse, harmonisatie en improvisatie bij Jaap Zwart. Al jong had hij een voorliefde voor de oude muziek en de historische uitvoeringspraktijk. Als tweede instrument koos hij dan ook het clavecymbel, waarvoor hij lessen volgde bij Ru Stolk. Verder volgde hij masterclasses bij Frédérick Haas en Vincent Dumestre en lessen basso continuo bij Nicholas Achten. Aan het Carillon Instituut Nederland te Dordrecht studeerde hij beiaard bij Boudewijn Zwart, in samenwerking met de Koninklijke Beiaardschool ‘Jef Denyn’ in Mechelen.
Hij is beiaardier van Maarssen en -samen met Ru Stolk- stadsbeiaardier van Zaltbommel.
Vroegere Beiaardiers
Beiaardier
Willem Robby
Michiel van Couwenbergh
Onbekend
Hendrik de Milleville
Laurens Sikkel
David van Woerlee
Wilhelm Gottlieb Hauff
Cornelis Buys
Cornelis Alexander Brandts Buys
C.A. Leenhof
G. Peerbolte
Henk Paren *)
Van
1629
1665
1687
1703
1744
1782
1787
1791
1834
1840
1878
1933
Tot
Onbekend
1687
1703
1743
1787
1787
1791
1831
1840
1878
1932
1973
Dit overzicht is gebaseerd op “Zingende klokken” (pagina 80) van Andre Lehr.
*) Het is onbekend in hoeverre er tijdens de tweede wereld oorlog gespeeld is. In de periode 1945 tot 1958 ontbreekt de top van de toren en is in elk geval niet gespeeld.